Engelen

Deze week is het ‘week tegen pesten’. Je merkte het misschien al aan de stipjes op de handen rondom jou en al een hele week prijkt er een filmpje op de Smartschoolpagina van onze school.  Je krijgt er tips over hoe je je kan wapenen tegen pesten. Voor ik verder schrijf wil ik even iets bekennen: ik werd in mijn leven herhaaldelijk het slachtoffer van pesterijen.

Het was als een zwarte inktvlek die zich uitbreidde in mijn leven en diep in mijn ziel sijpelde.

Al heel snel begreep ik dat communicatie een belangrijke rol speelde. Alles hing samen met hoe ik reageerde, wat ik zei, wat ik niet zei en vooral op welke manier. Net zoals je dat in dat filmpje kan zien. Voor mij was het een aanzet om me te verdiepen in communicatie in al zijn vormen, het bepaalde zelfs mijn studiekeuzes.

In theorie had ik de communicatietruc al snel begrepen, soms lukte me die correct toe te passen soms ook niet. Op die momenten had ik te veel verdriet en was ik te gekwetst om op cruciale momenten mijn kalmte en ‘cool’ te bewaren.

Meermaals deed ik mijn verhaal bij leerkrachten of bij mijn ouders. Heel soms kreeg ik te horen: “Ach dat is immers niet waar, je verbeeldt je maar wat.”  Meestal kreeg ik te horen: “Ach je moet daar niet zo zwaar aan tillen en je daarboven stellen, ze bedoelen het niet zo, negeer het gewoon.”  Af en toe was er iemand die me tips gaf: hoe ik moest communiceren en reageren, net als in het filmpje. Ongetwijfeld goedbedoelde reacties, maar ik zonk daardoor nog  meer de dieperik in.

Ze bevestigden in mijn ogen wat mijn pesters me voortdurend inpeperden en wat ik ondertussen ook was gaan geloven: het probleem ligt bij mij.

Heel af en toe kwamen er mensen op mijn pad die echt naar me luisterden: een tante, een vriendin van de familie en een leerkracht. Ik noem hen ‘mijn engelen’. Zij namen de tijd om naar mijn verdriet en onmacht te luisteren. Ik zag het medeleven in hun ogen en in de frons op hun gezicht. Ik voelde de oprechtheid in de knuffel of de schouderklop die ze me gaven. Ik hield me recht aan de zinnen die ze zeiden:  “Ik vind het vreselijk voor je dat jou dit overkomt en dat je daar zoveel verdriet door hebt. Je bent erg bijzonder: gevoelig, spontaan en creatief.  Dat zijn erg mooie eigenschappen, daar mag je nooit aan twijfelen. Het ligt niet aan jou. Dit moet stoppen, zullen we samen eens kijken en nadenken wat we kunnen doen?”

Ze hielden me recht en hielpen me vooruit, door hen vond ik kracht en oplossingen. Nu zie ik hen af en toe – ook op onze school: tussen de leerlingen, tussen de leerkrachten, op de leerlingendienst.

Ik droom van een wereld waar ze overal zijn.

een leerkracht die anoniem wenst te blijven