In de les Nederlands schrijven de zesdejaars elk jaar een column. Het onderwerp bepalen ze zelf en ze gebruiken een pseudoniem, om objectief de beste eruit te kunnen kiezen. De primus krijgt een plekje in onze blog. En dit jaar waren er maar liefst twee. Vandaag publiceren we de column van een zelfverklaarde escapist. De column van morgen gaat over de taalvaardigheid van onze jeugd. Veel leesplezier.
Obscuriteit kleurt de werkelijkheid
Escapisme is overal terug te vinden in onze hedendaagse samenleving. Avontuurlijke computerspellen, fabelachtige verhalen en futuristische films zijn een toevluchtsoord voor escapisten wereldwijd. De neiging om het wereldse te ontvluchten wordt steeds geliefder dan het wereldse zelf. Omwille van die reden krijgt het woord escapisme dan ook regelmatig een negatieve connotatie toebedeeld. Escapisten zouden zich zogezegd niet meer bewust zijn van de werkelijkheid, omdat ze constant hun eigenlijke problemen proberen uit stellen door te vluchten naar een ‘betere werkelijkheid’. Gelukkig brengt deze trend ook vele positieve gevolgen met zich mee. Zo vind ik de verscheidenheid aan andere realiteiten een van de mooiste eigenschappen van onze eigenlijke realiteit. Mijn affectie voor het onbekende vergroot mijn liefde voor de werkelijkheid.
Hoewel we escapisme steeds vaker als een 21ste-eeuwse hype beschouwen, is het wel degelijk een oeroud fenomeen. De neiging om toevlucht te zoeken in iets wat onze eigen wereld overstijgt, betreft dan ook niet alleen maar onze moderne fictie. De bekendste vorm van escapisme die onze geschiedenis al sedert jaar en dag beïnvloedt, is uiteraard religie. Het geloof in een of meerdere goden is het schoolvoorbeeld van onze neiging om het transcendente op te zoeken. Een ander voorbeeld van escapisme uit onze geschiedenis is simpelweg de geschiedenis zelf. De herinnering aan een roemrijk verleden van een machtige natie of nostalgische gedachten aan een onbezorgde kindertijd zijn evenzeer toevluchtsoorden voor escapisten. Kortom kunnen we besluiten dat we allesbehalve te maken hebben met een nieuw verschijnsel.
Toch moet er iets zijn dat het escapisme een nieuwe plaats verleent in onze maatschappij. Iets dat ervoor zorgt dat mensen urenlang met hun neus in de boeken blijven zitten. Iets dat ervoor zorgt dat mensen huilen om de zorgen van fictieve personages in hun favoriete serie. Iets dat ervoor zorgt dat de klassieke cinema’s nog steeds ontelbaar veel toeschouwers naar hun zalen lokken. Er is echter niet ‘iets’ dat hiertoe de rechtstreekse aanleiding heeft gegeven. Vele toevalligheden die elkaar als dominosteentjes in gang hebben gezet, hebben onze huidige samenleving tot stand gebracht. Globalisering en de daarbij horende multiculturaliteit behoren wellicht tot de voornaamste oorzaken. Omdat we onder meer via het internet zo veel zaken over andere culturen in een oogwenk kunnen terugvinden, kan men zich ook verder verdiepen in die materie. Schrijvers en regisseurs zijn hierdoor in staat exotische elementen te vermengen in hun fictieve werelden.
Een andere oorzaak voor de opmars van onze escapistische cultuur is het besef rond het fenomeen escapisme zelf. Waar vroeger religie voor allen diende als levensbeschouwing en de herinneringen aan het verleden werden afgeschilderd als nationalisme of de wijsheid van ouderen, kunnen we vandaag de dag in al deze domeinen een vorm van fictie terugvinden. Kunst staat al lang niet meer voornamelijk in dienst van de staat, noch moeten auteurs zich beperken tot reeds gekende volksverhalen. We leven in een tijd waarin creatieve breinen onbelemmerd hun geest kunnen verruimen, wat uiteraard leidt tot een multitude van originele werken. Auteurs als J.R.R. Tolkien, C.S. Lewis, J.K. Rowling en George R.R. Martin hebben genoten van deze creatieve vrijheid om voor eeuwig hun bijdrage aan de wereldliteratuur te laten gelden. Andere narratieve media zoals videogames en rollenspellen hebben evenzeer de populariteit van fantastische genres omhoog gekrikt. Zonder de ruime voorraad aan uitstekende fictie zou de neiging om hierin toevlucht te zoeken uiteraard nooit bestaan.
Het is dus duidelijk dat escapisme een nieuwe betekenis heeft gekregen in onze maatschappij. Hoewel het ooit nog een fenomeen was om onder meer sociale en persoonlijke depressies te ontduiken, is het nu een populaire vorm van cultuur. Uiteraard kan escapisme uitmonden in een ziekelijke drang om het wereldse te ontvluchten, maar we mogen de connotatie van het woord niet laten afhangen van deze extreme gevallen. In de plaats zouden we beter kijken naar al de weelde die deze nieuwe wereldbeelden met zich meebrengen, terwijl we evenzeer de probleemgevallen ondersteunen met mentale bijstand. De immense verscheidenheid aan onbegrensde fictie kan voor velen juist hun appreciatie voor de simpele werkelijkheid vergroten. Ik vind deze enorme variëteit aan fantasierijke verzinsels een van de allergrootste troeven van onze hedendaagse samenleving. Toch zijn er veel mensen die eender welke affectie voor escapisme bekritiseren. Telkens opnieuw komen dan weer de uiterst originele uitspraken over ‘leven in het nu’ bovendrijven. Een zelfbewuste escapist hoort dit soort uitspraken met een glimlach te beamen. Het is namelijk perfect mogelijk om te ‘leven in het nu’ terwijl je gedachten zich ergens anders bevinden. Er is niks mis met dagdromen zolang je beseft dat er naast die droom ook nog de dag bestaat.
Senne Van De Waal