Sila Urban Trail: in de buik van het peloton

Zondagmiddag, kwart over twee. Lien, Emma, Jari, Laurens en Leen zijn op post aan de buitenkant van het J-blok. En ze hebben nog drie paar extra benen meegebracht. De zon schijnt, schijn bedriegt, echt warm is het niet om de eerste Urban Trail van Sila aan te vatten. Toch zijn er met korte mouwen en korte broek opgedaagd. Ik ben voorzichtiger, heb mijn muts diep over mijn oren getrokken. Maar we gaan ervoor! Eerst onze startnummers afhalen en dan samen naar de start aan de oude gymzaal.

We worden enthousiast uitgewuifd, duiken door de voetgangerstunnel naar De Beeltjens, terug door de tunnel, en kriskras door Bovenschool. Ik beklaag na 5 minuten al dat ik zoveel kleren heb aangetrokken. Rennend door de leraarskamer laat ik de bovenste laag achter. Nog zo’n 5 km van de bijna 6. In de kelder van het J-blok is het even schrikken. De gang hangt vol rook en roze spots staren ons achterna. Het heeft iets van een rave en een spookhuis. Het zou niet de enige leuke verrassing worden op onze Urban Trail. En overal waar we passeren, hartverwarmende aanmoedigingen en begroetingen van seingevers en supporters. Het geeft de burger moed. Nog 3 km.

We hebben ons ritme gevonden en na het Riet en de Middenschool, wuiven verklede acteurs ons plots toe om door theaterzaal De Krekke te lopen. Wat een heerlijke, vrolijke bende. Als toemaatje puffen we daarna dwars door de lokale schoenenwinkel en fitness. We zijn terug bij de schoolpoort. ‘Je bent er bijna’, ‘nog een paar meter’ lezen we op de plaveien onder onze voeten. En dan zien we de eindmeet. We hebben het gehaald.

Ik ben fier op ons groepje. Ik ben fier op de liefst 400 Urban Trailers die vandaag over dezelfde streep holden. Dario van 3MB passeerde er zelfs vier keer. Wat een atleet, eentje met een groot hart, net als dat van alle deelnemers, helpers, bezoekers en plakkers aan de bar in de refter op deze zonnige zondag in november die met hun bijdrage aan de Sila Urban Trail De Warmste Week hebben gesteund. Respect! En hopelijk tot volgend jaar!

Jan Valgaeren